Paul De Vree
Dichter Paul De Vree brak in het begin van de jaren vijftig met het schrijven van traditionele poëzie. Zijn beeldend oeuvre is één groot experiment, een zoektocht waarin beeld en woord in wisselende verhoudingen naast elkaar staan. Het woord wordt op zijn visuele kwaliteiten onderzocht om uiteindelijk quasi autonoom als beeld te functioneren. In *Fuga in R* is het woord uit het beeld verdwenen, de titel is het enige talige aspect dat overblijft. Net zoals een muzikale fuga, is deze ‘beeldfuga’ een oefening in compositie. Het woord ‘fuga’ is op die manier aanwezig op het doek: niet in gedrukte letters, maar in de vorm. In 1968 verscheen de bundel ‘Zimprovisaties’ van Paul De Vree, waarin hij zijn audiovisueel geconcipieerde visuele gedichten publiceerde. Taal, ritme en muzikaliteit waren de hoofdmotieven in het onderzoek van de kunstenaar aan het eind van de jaren zestig. De ‘R’ verwijst niet naar de muziek: de toonaard ‘R’ bestaat niet en een ‘fuga in R’ bestaat in de muziek al evenmin. Mogelijk verwijst de ‘R’ naar ‘Revolutie’, een sleutelbegrip in het sterk maatschappelijk geëngageerde werk van Paul De Vree.