Just testing with the M HKA Content!!

Chris Reinecke - Haben Sie Zeit zum Lesen?

Information No. 3. von Chris Reinecke , 1967
Tijdschrift

Krantje met een tekst van Chris Reinecke over haar eigen werk, Überlegungen zu meinen Machwerken, en een analyse van haar interactief werk telkens met een foto, de voorschriften en de reacties van het publiek. 

Krantje met een tekst van Chris Reinecke over haar eigen werk, Überlegungen zu meinen Machwerken, en een analyse van haar interactief werk telkens met een foto, de voorschriften en de reacties van het publiek. 

Overwegingen over mijn Machwerken   12.1.67

De zin van de maakwerken is het idee van de maker te verbinden met de interesse van diegenen voor wie het gemaakt wordt. Waar geen interesse wordt getoond, moet gecontroleerd worden wat de maker fout heeft gedaan of [hoe] de interesse of de nieuwsgierigheid gewekt kan worden. (op het hoe kom ik later terug)

Degenen voor wie de maakwerken worden gemaakt, moeten eraan participeren – ze tot mogelijk eindproduct maken – zie bijvoorbeeld 'Schattentaschen' [schaduwzakken], die pas hun volle geldigheid verkrijgen wanneer de deelnemers de schaduwen tekenen of 'Auflösbare und sich auflösende Landschaft' [ontbindbaar en zich ontbindend landschap] of 'Wattespendende Landschaft' [watten-uitreikend landschap] of 'Teller' [bord] bv.

Ik doe mijn best opdat mijn idee en de uitvoering ervan een verbinding tot stand brengen tussen mijn perspectief en het perspectief van degene die ik wil betrekken en tussen de betrokkenen. Materiaal voor ideeën wordt geleverd door de omgeving, het dagelijks leven, die zich aan ons onttrekt in de manier waarop ze verschijnt – ze is 'niet-begrijpbaar', 'niet-realiseerbaar'. Iedereen kent de voorbeelden die aanleidingen zijn voor mijn ideeën – niets mag een begrip in de weg staan.

Kunstenaars hebben het over 'zich te verlagen tot het niveau van de mensen', 'al in de kleuterschool beginnen'..  Het is juist de kloof tussen kunstenaars en publiek op te heffen – maar het publiek als kinderen te zien is fout – want dan zou er een nieuwe, andere kloof ontstaan.

Ik denk dat het mogelijk is dat een enkeling (kunstenaar of maker, of hoe men het ook wil noemen) een beginsituatie kan aanreiken die toegang biedt tot de belevingswereld van de toeschouwers en die hen ertoe aanzet verdere formuleringen te vinden – ja, dat deze beginsituatie door de toeschouwers verder ontwikkeld wordt op een manier die op haar beurt voor de maker nieuw en inspirerend is. Daarbij zou iedereen de kans hebben om kunstenaar te worden, of iemand die autonoom ervaart. De vraag of deze autonomie duurzaam is of niet is belangrijk. Ik besef dat dit proces van verandering zich heel langzaam zal voltrekken, de autonomie steeds opnieuw en opnieuw moet aangespoord worden – in het begin misschien gewekt moet worden door de nieuwsgierigheid, of misschien slechts door de drang van het kunnen-ingrijpen en moeten-ingrijpen zoals bij het verwoestbaar wattenlandschap of bij het verslaanbare meellandschap. 

Er zijn ideeën zoals de 'meel-ligstoel' of het 'meelkussen' waarbij zich, denk ik, veel deelnemers betrokken zullen voelen, omdat veel mensen nieuwsgierig zijn een deel van hun lichaam of van hun lichamen precies afgedrukt te zien. Het ik speelt in de relatie tot de omgeving de grootste rol. Zet men dit ik in een relatie tot het idee van het maakwerk, dan is de voorwaarde voor de binding met de deelnemers vervuld. De afdruk van elke persoon kan opnieuw uitgewist worden en door de afdruk van een andere persoon vervangen worden. – Zo wordt de verbinding tussen de deelnemers tot stand gebracht.

Wordt de interesse niet gewekt, dan bouw ik 'prikkeldingen' in het maakwerk in – zoals bij het 'großes Luftstuck' [groot luchtwerk] – dat misschien eerst betreden wordt wanneer de papierstroken 'gedruis van kinderen', 'geur van benzine' erin worden opgehangen. Deze prikkeldingen moeten niet verleiden maar naar binnen leiden.

De maakwerken voorzie ik van duidelijke, algemeen begrijpelijke info, waardoor de dingen het geheimzinnige van de kunst ontnomen wordt. – Info die er tegelijkertijd is als richtlijn voor een 'verdere verwerking'.

Ik ben zoals gezegd de initiatiefneemster, die krachten wil vrijmaken bij de deelnemers – maar als aanzet al tevreden is dat men deelneemt, dat er kritiek ontstaat.

Chris Reinecke