Collectiepresentatie XXVII – Ten Oosten van 4°24'
Wat hoort iemand die doof is? Wat horen we wanneer we onze oren niet gebruiken? Wat zou er gebeuren als er geen lucht meer zou zijn om geluidsgolven te dragen? Liang Yue dompelt de bezoeker onder in een stemmige, donkere, grijze film met enkele spatten kleur. Het leitmotief is het beeld van een doofstom meisje dat op een bank zit in een drukke winkelstraat in de hectische stad Shanghai. Het is een alledaagse achtergrond: voetgangers, fietsers, wolkenkrabbers, bruggen, een visbokaal, een vogel in een kooi, een stadspark. De handelingen zijn beperkt tot zitten, kijken, drinken, wandelen, wachten. Wachten op het onbekende. Deaf Land is veel eerder atmosferisch dan verhalend. Hoewel de film over niets in het bijzonder gaat, bieden verschillende beelden ons toch narratieve referenties. Op een bepaald moment toont Liang Yue bijvoorbeeld het beeld van een vogel in een kooi in en het meisje op de bank in splitscreen. Ze wil niet suggeren dat beiden gevangenen zitten, maar wel dat ook de vogel doof is. Het is het huisdier van haar overleden grootvader: de oude vogel heeft heel zijn leven in gevangenschap doorgebracht en heeft nooit iets anders ervaren. Het meisje kan niet spreken en wil niet spreken – ze leeft in haar eigen wereld en is haast onzichtbaar voor de voorbijgangers. De kunstenaar ziet haar als een personage dat dicht bij haar staat, als een substituut voor haar emoties. Die emoties worden ook opgeroepen door zachte pianomuziek die subtiel de geluiden van de stad overstemt. Emoties en gevoelens spelen een centrale rol. Het gaat over geluiden van het hart of van de hemel, over een nieuwe manier zoeken om te horen. Wat kunnen we horen als we onze oren niet gebruiken?