Just testing with the M HKA Content!!

Museum of Parallel Narratives. In the framework of L’Internationale

(c)image: Moderna Galerija, Ljubljana
TOTalZEROS, 1971-1977
Installatie , 16 x (87 x 61 cm)
tempera, cardboard

TOTalZEROS 71-77 maakt deel uit van een serie werken van Endre Tót waarin hij de reductionistische schilderkunst onderzoekt. De serie is voornamelijk gebaseerd op linguïstische tekens. De picturale elementen die ze bevat, omvatten het beeldveld, dat in de meeste gevallen gemarkeerd is met nul, wat zowel kan worden opgevat als een teken met bredere filosofische en sociaal-politieke connotaties als als een volledig formeel element dat de niet-mimetische structuur van het schilderij markeert. We kunnen ook zeggen dat Tót in de jaren 1970 schilderijen maakte die een leegte of een afwezig beeld konden weergeven. In deze schilderijen verkende Tót de lege ruimte, die tegelijkertijd geen tijdloosheid representeerde.

Zijn werken kunnen alleen volledig worden begrepen in de specifieke sociaal-politieke context waarin ze zijn gemaakt. Dit ondanks het feit dat zijn manier van schilderen vergeleken kan worden met hedendaagse West-Europese kunst - Conceptualisme, Pop Art en Minimalisme. Ondanks het feit dat de visuele verschijning van deze werken niets specifieks Oost-Europees uitdrukt, kunnen ze alleen volledig geïnterpreteerd worden in de context van de politieke monocratie die destijds in Hongarije heerste. Het bewustzijn van de politieke context is nog sterker aanwezig in zijn "Nuldemonstraties", waarbij mensen posters met de nullen van Tót door de straten van verschillende Europese steden droegen. De leegte van de grote woorden die het openbare politieke leven vooral in communistische landen teisterden, kan zeker worden verbonden met het niets van Endre Tóts kunst. De oneindige herhaling van nullen in sommige van zijn werken is daarom verbonden met de monotonie en grijsheid van het dagelijks leven in communistisch Hongarije.

Aan de andere kant kan de nul in Tóts schilderijen ook gelezen worden als de letter 'o', de middelste letter in zijn naam. Spelend met zijn eigen naam geeft Tót commentaar op de identiteit van de kunstenaar, die in traditionele schilderijen meestal wordt gegeven met de handtekening van de kunstenaar. Door de nul als handtekening te gebruiken, is de kunstenaar zowel aanwezig als afwezig.

Repeterende nullen zijn een soort ornament, een terugkerend patroon dat, net als een oneindig herhaald woord, uiteindelijk zijn betekenis verliest.

Zdenka Badovinac