Narcisse Tordoir – De Roze Spion
Dit werk bestaat uit twee identieke gipsen sokkels waarbij de bovenste sokkel omgekeerd op de onderste werd geplaatst. De kunstenaar analyseert hier de sokkel die sculptuur is. Hij plaatst de toeschouwer voor een probleem: waar begint de sculptuur? Is het onderste gedeelte de sokkel en het bovenste gedeelte de sculptuur? Voor Vermeiren is de totaliteit de sculptuur. Zo vervalt hier de traditionele rol van de sokkel, namelijk het beeld te verheffen. De sculptuur is zeer sober. Ze oogt heel modern en zelfs minimaal. Anders dan bij de klassieke beeldhouwkunst is in de moderne beeldhouwkunst de functie van de sokkel niet meer relevant. De sculptuur staat los op de grond en de sokkel zelf wordt tot sculptuur. Zo wordt ook de traditionele scheiding tussen de dienende sokkel en het gepresenteerde beeld verbroken. Vermeiren gebruikt als uitgangspunt voor zijn werk de klassieke sokkel en onderzoekt zo de relatie tussen de moderne (sokkelloze) sculptuur en haar geschiedenis en de mogelijkheden van de hedendaagse beeldhouwkunst. De sokkelsculpturen getuigen ook van een onderzoek naar de wijze waarop een kunstenaar zich elementen uit de geschiedenis van de (beeldhouw)kunst kan eigen maken. Naast de verwijzing naar de klassieke sokkel, suggereren de twee voetstukken omgekeerd op elkaar ook een zuil. Zo wordt hier een fundamenteel archetype uit de kunst opgeroepen. Het werk gaat echter ook over positief en negatief, afwezigheid en aanwezigheid, verhoging en verplaatsing.