Freek Wambacq

De werken van Freek Wambacq zijn tegelijk conceptueel en materieel en leggen een kritisch verband tussen de wereld van de kunst en de wereld rondom. Hij gebruikt gevonden objecten en materialen en brengt ze in verrassende combinaties tot nieuw leven. Zijn bijdrage aan de tentoonstelling Moeten wij blinden leren zien? bestaat uit een constellatie van drie autonome werken die met elkaar verband houden. Het is een complex verhaal met autobiografische elementen en kunsthistorische referenties.
Freek Wambacq vertrekt voor zijn installatie van een portret geschilderd door Felix De Boeck in 1955. Het portret in De Boecks typerende stijl van toen, met warme aardse kleuren en in de verf gekraste cirkelbewegingen, is geen uitzonderlijk werk binnen het oeuvre van de schilder en lijkt niet op zijn plaats binnen de tentoonstelling ‘hommage van G58 aan de eerste abstracte schilders in België’. De insteek is dan ook autobiografisch, want het gaat om een portret van de grootvader van Freek Wambacq. De kunstenaar introduceert met dit schilderij een figuratief element in zijn installatie en zinspeelt op het ruilen of ontlenen van kunstwerken. Het schilderij is namelijk gemaakt als wedergebaar van De Boeck voor bewezen diensten van Wambacqs grootvader.