Just testing with the M HKA Content!!

Jacques Lennep

°1941
Geboren in Ukkel, BE

De Brusselse kunstenaar Jacques van Lennep studeert in 1965 af als kunsthistoricus aan de Université Libre de Bruxelles. Hij gaat aan de slag als onderzoeker bij de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten en combineert zijn job met zijn kunstenaarsbestaan onder de naam Jacques Lennep. Hij specialiseert zich in de Belgische beeldhouwkunst uit de 19e eeuw, publiceert in 1966 het boek Art et Alchimie en bezoekt in 1969 de eerste tentoonstelling van conceptuele kunst in Europa, die plaatsvond in de Kunsthalle in Bern. In 1972 richt hij samen met Pierre Courtois, Jacques-Louis Nyst en Jacques Lizène de Cercle d'Art Prospective (CAP) op. Het kunstenaarscollectief organiseert verschillende tentoonstellingen waarbij fotografie en video een belangrijke rol spelen.

Lennep maakt vaak gebruik van beelden van meesterwerken. Via het medium fotografie recreëert hij werken die deel uitmaken van de kunstgeschiedenis, een gebruik dat gelinkt kan worden aan de Brusselse surrealisten. Hij wijdt zich ook aan kinetische kunst en maakt multipels in thermo-gevormd en gezeefdrukt plastic. Hij integreert teksten, foto's, objecten - en als vroege pionier zelfs video - in zijn werk, dat steeds gelaagd en gestructureerd is en ergens het midden houdt tussen sociologie, antropologie en conceptuele kunst. Dit leidt hem vanaf 1974 tot de ontwikkeling van het Musée de lHomme. In dat ‘museum’ stelt hij mensen tentoon, zoals de beeldhouwer Monsieur Bonvoisin, de voetbalsupporter Ezio Bucci en Tania, een model voor charmefoto’s. Het was zijn manier om de theorie van de relationele kunst vorm te geven: door relaties aan te gaan met die mensen en te onderzoeken welke relaties zij hadden met bepaalde objecten en welke verhalen verbindend kunnen werken.

De kunstenaar heeft ook een bibliofiele voorliefde voor kunstenaarsboeken en dagboeken. Zo werkt hij jarenlang aan zijn Devoirs Quotidiens, een soort dagboek-tijdschrift dat wordt uitgegeven als interactieve cd-rom. Tegen het einde van de jaren zeventig distantieert Lennep zich van het medium video en wijdt hij zich volledig aan de schilderkunst. Welk medium hij ook gebruikt, Lenneps oeuvre is altijd gerelateerd aan een nieuwe definitie van ‘kunst’. Schoonheid is niet langer een exclusief criterium, waardoor het werk niet langer wordt gezien als een object van contemplatie, maar als een middel om zich in te zetten, een weg naar een expressieve totaliteit. Contemplatieve kunst verschuift naar participatieve kunst, om – mogelijk – tot een meer volwaardige manier van waarnemen te komen.

HW