Jan Vercruysse
Jan Vercruysse (1948-2018) zoekt vanaf halfweg de jaren zeventig de museale ruimte op met abstracte collages, installaties en assemblages die in de eerste plaats de essentie van kunst in vraag stellen. Het gaat bij Vercruysse niet om de artistieke vervaardiging van inhoud of communicatie, maar om het vormelijke stilzwijgen van het object op zich. Een praktijk die er in extremis toe leidt dat de kunstenaar op een bepaald moment enkel lege kaders tentoonstelt. Vercruysse focust steeds op de structurele precisie van zijn composities, die volledig op zichzelf gericht zijn. Het denken valt weg, het oeuvre is zelfgenoegzaam in de letterlijke betekenis van het woord. Een reeks stoelen hangt in de hoogte met de rugleuning tegen de muur, kaarsrecht en uniform. Een witte stoel staat op een wit blad op een tafel, als een nauwkeurig ontworpen composition trouvée. Orde en regelmaat, geometrische vormen en weerkerende structuren. Voorwerpen die enkel naar zichzelf kunnen verwijzen omdat ze zinledig zijn geworden in de context waarin ze zijn terechtgekomen. Of door de manier waarop de kunstenaar ze heeft gecomponeerd.
Tekst: Hans Willemse